De dokter die
in een theepot woonde Vele, vele jaren geleden woonde er in Swap een beroemde
dokter. Er hing een theepot boven zijn voordeur. Iedere dag als hij
met zijn werk klaar was, sprong hij in de theepot waar hij in woonde
in plaats van in een huis. Op een dag zag een man, Wang genaamd, hem
in de theepot springen. Dat is vreemd, dacht hij. Hoe speelt hij dat
klaar? De volgende dag bracht hij de dokter een bezoek. Ik weet dat
u geen gewoon mens bent, zei hij. Kunt u me alles wat u weet leren?
De dokter nodigde hem uit voor het avondeten. De theepot is mijn
huis, zei hij, ga je mee met mij naar binnen? Hoe kan ik dat doen?
vroeg Wang. De theepot is zo klein. De dokter pakte zijn hand vast.
Laten we samen springen, zei hij
Whoesj... <Lees Verder...>
De wedstrijd tussen de olifant en de tijger
Het gebeurde eens lang geleden dat enige Mynah-vogels vrolijk zaten
te zingen in een zijde-katoenboom. De boom was in volle bloei. De
vogels zongen terwijl ze de knoppen en de bloemen van de boom aten.
Er kwamen een olifant en een tijger bij de boom en die hoorden de
vogels zingen. De olifant zei tegen de tijger: Laten we eens kijken
wie van ons de Mynah-vogels kan laten stoppen met zingen. Degene die
erin slaagt mag de ander opeten. De tijger stemde hiermee in. Eerst
trompetterde de olifant drie keer zo luid als hij gewoonlijk deed.
Maar de Mynah-vogels gingen gewoon door met zingen. Toen zei de
tijger: <Lees Verder...>
Harm de Wolventemmer>
Harm werkte al meer dan een jaar op de boerderij bij zijn vader. Hij
was dertien en nog erg speels. Hij had niet altijd evenveel zin in
werken, maar als hij eenmaal bezig was, wist hij van geen ophouden.
Hij wilde bewijzen dat hij bij de grote mensen hoorde. Soms werkte
Harm samen met Simon, de knecht, maar die was liever lui dan moe.
Morgen is weer een dag, zei Simon vaak en dan liet hij zijn werk
liggen. Na het middageten deed hij vaak een dutje, maar dat liep
soms verkeerd af. Het kon gebeuren dat hij uren later nog in een
hooiberg lag te ronken. Tegen Harm klaagde hij er vaak over dat hij
's nachts zo slecht sliep. Daaraan meende hij het recht te ontlenen
om overdag de schade in te halen, maar zijn baas dacht daar anders
over. Op een dag waren Harm en Simon aan het werk op een akker die
ver van de boerderij lag. Ze rooiden winterpenen, die bestemd waren
voor veervoer. Ze kapten het loof van de wortels en gooiden ze op de
kar die door het paard langs de rijen werd getrokken. De hele dag
had het miezerig geregen. <Lees Verder...>
De gouden hinde..
Er leefde eens lang geleden een gouden hinde in de bossen van een
koning.
De gouden hinde was geen gewoon dier, ze had magische krachten. Iedere keer als
ze de grond met haar gouden hoeven raakte, kwam er een gouden munt te
voorschijn.
Op een dag hoorde de koning over de gouden hinde. Hij was heel begerig naar
gouden munten, dus stuurde hij zijn mannen naar het bos om de hinde te vangen.
De dienaren van de koning doorzochten de bossen. Maar zodra ze de gouden hinde
zagen, schrok ze op en vluchtte ze. Terwijl de gouden hinde vluchtte, kwam ze
een herder tegen.
<Lees Verder...>
De roze vlinderdas..
Nou, daar zit ik dan te wachten bij de kamer van het schoolhoofd. En
ik ben hier nog maar twee dagen op school. Twee aanvaringen in twee dagen! Want
gisteren kreeg ik ook al straf terwijl ik niet eens iets gedaan had.
Er kwam toen een kerel over straat aanlopen met een roze vlinderdas om. Het is
net een enorme roze vlinder die een aanval doet op zijn strot. Het is de meest
waanzinnige das die ik ooit heb gezien. "Waar kijk jij zo naar, jongen?" vraagt
de kerel, die kennelijk niet best gehumeurd is. "Naar die das van u", zeg ik.
<Lees Verder...>
De domme hond..
De oude opa Jacob vond het altijd heel fijn om verhalen te vertellen
aan zijn kleinkinderen.
Op een avond begon hij hen weer een nieuw verhaal te vertellen. De kleinkinderen
vonden het heerlijk. Deze avond vertelde hij het volgende verhaal.
<Lees Verder...>
De draak en de parel..
Vele jaren geleden was er eens een draak die in een inham onder de
top van de berg Kinibaloe in Noord-Kalimantan woonde. De dorpsbewoners vertelden
dat je hem soms kon zien spelen met een reusachtige parel. De draak gooide dan
de parel in de lucht en ving haar weer in zijn mond op. De parel was heel groot
en zag er prachtig uit, waardoor vele mensen probeerden haar te stelen. Maar de
draak bewaakte de parel heel zorgvuldig. Op een dag besloot de keizer van China
om twee van zijn zonen naar Kalimantan te zenden om de parel voor hem te stelen.
<Lees Verder...>
De roze boto..
Er was eens een soort vis die de mensen de Roze Boto noemden.
De Roze Boto woonde in de Amazone, een rivier die door het hele regenwoud
stroomt.
Bij volle maan veranderde Roze Boto in een man. Hij was een echt mooie man die
altijd linnen kleding droeg. Aan de oever van de rivier lagen vele dorpjes waar
talrijke meisjes woonden.
<Lees Verder...>
De eerste regenboog..
Heel lang geleden bestonden er nog geen regenbogen.
Het was Bathala de koning van alle goden en godinnen die voor het eerst een
regenboog maakte. Hij deed dat omdat hij de hemel met de aarden wilden
verbinden.
In de tijd waarover wij spreken woonden koning Bathala, de Goden en de godinnen
nog op aarden. Zij leerden de mensen hoe ze op de dieren in het bos konden
jagen. Hoe ze groenten en fruit moesten verbouwen.
<Lees Verder...>
De drie stieren..
Er waren eens drie stieren en een leeuw. De drie stieren waren erg
goede vrienden. Ze waren altijd en overal samen.
De leeuw wilde de stieren heel graag opeten. Omdat de drie stieren altijd samen
waren was het heel gevaarlijk om ze aan te vallen. De leeuw dacht heel lang na
over wat hij kon doen om ze van elkaar te scheiden. Dan zou hij ze een voor een
op kunnen eten.
<Lees Verder...>
De weesjes en de grote overstroming..
Er was een tijd waarin de mensen op aarde zo slecht geworden waren
dat de goden besloten hen te straffen. Maar er was een Buddha die ervoor pleitte
de mensen een kans te geven zichzelf te verbeteren.
Dus besloten de goden dat ze naar de aarde af zouden dalen om te zien of er nog
goede mensen waren die het waard waren gered te worden.
En zo verkleedde de Buddha zich als een oude en vieze bedelaar en ging de stad
in op zoek naar goede zielen. Maar de mensen in de stad waren vergeten hoe ze
liefdadig vriendelijk en liefdevol moesten zijn.
<Lees Verder...>
Het ontstaan van de sterren..
Lang geleden, was de oude grijze wolf de baas in het bos. Hij was de
wijste en wist alles. En als hij ergens geen antwoord op had vroeg hij het aan
Almachtige.
Maar dat hoefde nooit. Iedereen leefde in vrede en had het naar zijn zin.
De konijntjes groeven hun holletjes, de slang gleed over de grond en de uil zat
op een tak te genieten. Ook de jonge bruine beer genoot van het leven. Hij liep
door het bos naar het beekje toe, om vis te vangen.
<Lees Verder...>
Het meisje met de gouden lokken en de jongen met de zilveren kuif..
Er leefde eens een prins die moest trouwen. Hij kreeg veertig dagen
de tijd om in het land een meisje te vinden. Op een nacht zag de prins ergens
een lichtje branden. Hij vroeg zich af waarom er 's nachts licht aan was. Hij
keek naar binnen en zag drie meisjes. Nieuwsgierig luisterde hij naar wat ze
zeiden.
De oudste zuster zei: Als de prins mij kiest zal ik voor hem een tapijt weven
dat zo groot is dat zelfs als alle soldaten van het leger er op gaan zitten er
nog altijd plaats genoeg over is.
<Lees Verder...>
